aanvang

Thesaurus

aanvang:

sartbegin,
Vertalingen

aanvang

Anfang, Beginnbeginning, commencement, startcommencement, début, inauguration, aube, engagementprincipioначалоiniciarεκκίνησηStartהתחלה시작Start (ˈanvɑŋ)
zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud
begin Aanvang van het concert: 20:00 uur.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.