wijzen
(doorverwezen van wijzen)Vertalingen
wijzen
weisen, zeigen, angeben, anweisen, hinweisenpoint, indicate, pointout, showindiquer, désigner, montrer, attirer l'attention (sur qc), prononcer, pointer, montrer du doigtdesignar, mostrar, señalarيُشِيرُ إِلىukázatpegeδείχνωosoittaauprijetipuntare指し示す위치(방향)를 가리키다pekewskazaćapontarуказыватьpekaชี้göstermekchỉ指向 (ˈwɛizə(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd wees , voltooid deelwoord heeft gewezen
1. met je arm en hand of vinger aanduiden wijzen naar de klok
een gebaar maken dat iemand gek is
een gebaar maken dat iemand gek is
2. op een bepaald punt gericht zijn de naald van het kompas wijst naar het noorden