rollen
Thesaurus
rollen:
wentelenVertalingen
rollen
rollen, Roulade, wälzenrollrouler, (se) rouler, escamoter, résonner, retentir, tomberيَتَدَحْرَجُkutálet (se)rulleκυλώrodarpyöriäkotrljati serotolare転がる구르다rullepotoczyćrebolar, rolar-seкатитьсяrullaกลิ้งyuvarlanmaklăn翻滚, 角色תפקידיםроли角色 (ˈrɔlə(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd rolde
1.
voltooid deelwoord heeft gerold
(iets) door duwen met een ronddraaiende beweging vooruit laten bewegen biervaten de kroeg in rollen 2.
voltooid deelwoord heeft gerold
stelen uit iemands broekzak of jaszak Mijn portemonnee is gerold toen ik uit de tram stapte. 3.
zelf papier om de tabak draaien om een sigaret te maken
voltooid deelwoord heeft gerold
zelf papier om de tabak draaien om een sigaret te maken
4.
toevallig ermee in aanraking gekomen zijn
(een onaangename kwestie die aandacht verdient) in de openbaarheid gebracht hebben
voltooid deelwoord is gerold
zich ronddraaiend of op wielen voortbewegen De kist viel om en alle appels rolden over straat. toevallig ermee in aanraking gekomen zijn
(een onaangename kwestie die aandacht verdient) in de openbaarheid gebracht hebben