priester
Vertalingen
priester
priestprêtre, abbé, prêtre/-esse, ecclésiastique, curéαβάς, ιερέαςsacerdotepreteكَاهِنknězpræstPriesterpappisvećenik司祭신부prestkapłanpadreсвященникprästพระrahiplinh mục牧师牧師 (ˈpristər)zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud -s
1. religie katholiek geestelijke iemand tot priester wijden
2. religie tussenpersoon tussen het bovennatuurlijke en de mensen voodoopriester