paar
Thesaurus
paar:
tweeOpenThesaurus. Distributed under GNU General Public License.
Vertalingen
paar
(par)zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud paren
1. tweetal dat bij elkaar hoort een paar schoenen bruidspaar
2. enkele iets een paar keer opnieuw proberen
paar
pair, couple, duo, even, geminatepaire, couple, pair, quelques, ménagepaioزَوَجٌpárparPaarζεύγοςparpariparひと組한 쌍parparaparпараparคู่çiftđôi一对 (par)bijvoeglijk naamwoord
(van een getal) deelbaar door twee
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.