ontroeren
Vertalingen
ontroeren
berühren, bewegen, ergreifen, erregen, erschüttern, rührenmove, stir, affect, agitateémouvoir, remuer, affecter, désarmercambiare casa, imbarazzato, muovere, trasloco (ɔntˈrurə(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd ontroerde , voltooid deelwoord heeft ontroerd
emoties veroorzaken met iets moois of iets zieligs Hij raakte zo ontroerd door de mooie toespraak dat hij zelf geen dankwoord meer kon spreken.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.