wijsmaken
(doorverwezen van maakte wijs)Vertalingen
wijsmaken
faire accroire (à qn que...) (ˈwɛismakə(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd maakte wijs , voltooid deelwoord heeft wijsgemaakt
laten geloven Wie heeft je die lariekoek wijsgemaakt?
<dit zeg je als je helemaal niet gelooft wat iemand zegt>
<dit zeg je als je helemaal niet gelooft wat iemand zegt>