hijgen
haleter, souffleracezar (ˈhɛixə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd hijgde , voltooid deelwoord heeft gehijgd
snel en heftig ademen
haleter Hij hijgt van het harde lopen. Il halète après avoir couru. Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.