verhinderen
(doorverwezen van heeft verhinderd)Vertalingen
verhinderen
verhindern, behelligen, behindern, hindern, inhibieren, störenprevent, hinder, inhibit, bar, abstain, blockempêcher, empêcher (qn de faire qc), prévenir, contrerprecaverimpedire, prevenire, troncareпредотвратитьforhindre防止防止방지πρόληψηestääzabránitförhindraمنعלמנוע (vərˈhɪndərə(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd verhinderde , voltooid deelwoord heeft verhinderd
zorgen dat (iets) niet gebeurt de sloop van de oude huizen verhinderen
helaas niet kunnen komen Morgen ben ik helaas verhinderd.
helaas niet kunnen komen Morgen ben ik helaas verhinderd.