afblazen
(doorverwezen van heeft afgeblazen)Thesaurus
afblazen:
plassenVertalingen
afblazen
(ˈɑvblazə(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd blies af , voltooid deelwoord heeft afgeblazen
1. beslissen dat iets niet doorgaat een tuinfeest afblazen wegens de regen
2. je emoties uitspreken