aanwenden
(doorverwezen van heeft aangewend)Vertalingen
aanwenden
anwenden, benutzen, brauchen, gebrauchen, verwenden, verwertenapply, practice, employ, makeuseof, useemployer, appliquer, pratiquer, se servir de, user de, userapplicare, esasperareใช้사용使用använda使用 (ˈanwɛndə(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd wendde aan , voltooid deelwoord heeft aangewend
gebruiken alle middelen aanwenden om je doel te bereiken