gezang
Gesang, Liedsong, singingchantτραγούδι歌노래 (xəˈzɑŋ)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud -en1. het zingen
chant mannelijk het gezang van een merel le chant d'un merle 2. religie lied dat in de kerk wordt gezongen
chant mannelijk hymne vrouwelijk psalmen en gezangen psaumes et cantiques Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.