genoeg
Thesaurus
genoeg:
voldoendetoereikend,Vertalingen
genoeg
genug, auskömmlich, genügend, hinlänglich, ziemlich, zulänglichenough, sufficient, quite, rather, sufficiently, alas, sufficeassez, suffisamment, passablement, plutôt, suffisant, assez (de)abbastanzaكافٍdostnokαρκετάbastante, suficientetarpeeksidovoljno十分충분한 양nokdosyćsuficienteдостаточноtillräckligtจำนวนที่พอเพียงyeterliđủ足够的东西достатъчно (xəˈnux)voornaamwoord
1. voldoende meer dan genoeg glazen voor de borrel hebben handig genoeg zijn om een tafel te maken
iets (helemaal) niet meer willen Ik heb schoon genoeg van zijn onhebbelijke opmerkingen.
iets (helemaal) niet meer willen Ik heb schoon genoeg van zijn onhebbelijke opmerkingen.
2. <je zegt dit als je iets erg jammer vindt> Door ziekte gaat de vakantie jammer genoeg niet door.