geintje
slyjoke, jokeblague, gaieté (ˈxɛincə)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud -s grapje
blague vrouwelijk Doe niet zo serieus, het was maar een geintje. Cool, Raoul! C'était pour blaguer. grapjes maken
déconner een grap met iemand uithalen
jouer un tour à quelqu'un Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.