geen van beide
ani jeden, žádný ze dvougeen van beide
ingen af, ingen af demgeen van beide
ei kumpikaan, kumpikaangeen van beide
nijedangeen van beide
どちらも・・・でない, どちらも・・・ないgeen van beide
어느 쪽도 ... 아니다, 어느것도~아니다geen van beide
ingen, ingenderageen van beide
ไม่ทั้งสอง, ต่างก็ไม่geen van beide
cả hai đều không, không cái nào trong hai cái