gaatje
Vertalingen
gaatje
(petit) trou, carie, piqûre, crevaisonثَقْبpíchnutípunkteringEinstichδιάτρησηpuncturepinchazoreikäprobušena gumaforatura刺し穴(찔려서 난) 구멍punkteringprzebiciefuroпроколpunkteringการเจาะpatlaklỗ thủng刺孔 (ˈxacə)zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud -s
kleine opening
ik heb nog wel een vrij tijdstip in mijn agenda
gek zijn
tot het uiterste gaan
beloften alleen zijn onvoldoende gat
ik heb nog wel een vrij tijdstip in mijn agenda
gek zijn
tot het uiterste gaan
beloften alleen zijn onvoldoende gat