confronteren met
Vertalingen
confronteren met
(kɔnfrɔnˈterə(n) mɛt)werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd confronteerde met , voltooid deelwoord heeft geconfronteerd met
(iemand) in contact brengen met (iets dat onaangenaam is) de minister confronteren met ongewenste resultaten van zijn beleid