boom
Vertalingen
boom
Baumtree, boom, polearbre, barre, barrière, boom, timon, mât, montantδέντροárbolboom, treдеревоشَجَرَةstromtræpuudrvoalbero木나무drzewoárvoreträdต้นไม้ağaçcây树дърво樹עץ (bom)zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud bomen
1. plantkunde een stam met takken beukenbomen kerstboom
een heel grote man
mensen met een hoge functie krijgen veel kritiek
een heel grote man
mensen met een hoge functie krijgen veel kritiek
2. een uitvoerig gesprek beginnen
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.