betreuren
Thesaurus
betreuren:
spijtenVertalingen
betreuren
bedauern, bejammern, betrauernregret, begrudge, besorryabout, mournregretter, déplorer, ménager, pleurercompianto, lamentare, pentirsi, rimpiangereيَنْدَمُ عَلَىlitovatfortrydeμετανιώνωlamentar, lamentokatuazažaliti後悔する후회하다beklagepożałowaćarrepender-se, lamentoсожалетьångraเสียใจpişman olmaktiếc后悔חרטה (bəˈtrørə(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd betreurde , voltooid deelwoord heeft betreurd
verdriet, spijt voelen over na de aardbeving vele doden betreuren de vergissingen betreuren