waarschuwen
warnen, anhalten, vermahnen, zuredencaution, warn, admonish, scold, forewarn, notify, alertalerter, avertir, admonester, exhorter, gronder, sermonner, sommer, avertir (de), prévenir (de), prévenirdissuadere, allertare, avvertireيُحَذِّرُ, يُنَبِهvarovatadvare, gøre opmærksom påπροειδοποιώadvertir, alertarhälyttää, varoittaaupozoriti, uzbuniti警告する, 警報を出す경고하다advare, varsleostrzecadvertir, alertarпредупреждатьlarma, varnaเตรียมพร้อม ว่องไว, เตือนuyarmakcảnh báo警告, 提醒警告 ('warsxywə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd waarschuwde , voltooid deelwoord heeft gewaarschuwd
(iemand) laten weten dat hij/zij moet oppassen of dat er iets bijzonders gebeurt of gebeurd is avertir prévenir Ik heb je nog zo gewaarschuwd. Je t'ai déjà mis en garde tellement de fois. Je bent gewaarschuwd! Te voilà prévenu! We hebben meteen de dokter gewaarschuwd. Nous avons prévenu le medecin tout de suite. Wil je me even waarschuwen als de film begint? Peux te me prévenir quand le film commence? waarschuwen voor iets of iemand mettre en garde contre quelque chose ou quelqu'un
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.