toejuichen
akklamieren, applaudieren, Beifall spenden, zujauchzen, zurufenacclaim, applaud, clap, hailacclamer, applaudir, applaudir (à), applaudir (qn), grêlervitorear, aclamaracclamare, applaudire, applausoيَهْتِف ب, مرحباchválithylde, Velkommenχαιρετίζω, Καλώς όρισεςtervehtiä huudahtamalla, Tervetuloaklicati呼び止める묘사하다haglepowitaćsaudar, bem-vindoпровозглашать, добро пожаловатьstoppa, Välkommenโห่ร้องอวยชัยdolu yağmakhoan hô欢呼认可, 欢迎Добре дошли歡迎ברוך הבא (ˈtujœyxə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd juichte toe , voltooid deelwoord heeft toegejuicht
1. door juichen laten merken dat je iemand of iets heel goed vindt applaudir ovationner De toeschouwers langs de weg juichten de winnaar van de etappe toe. Le public le long de la route a applaudi le vainqueur de l'étape.
2. volmondig instemmen met
applaudir de nieuwe plannen van de gemeenteraad toejuichen applaudir les nouveaux projets du conseil municipal Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.