stel
Ar, Vollzähligkeit, Satzpair, outfit, set, suit, bevy, collection, group, heap, herdcouple, ensemble, bande, paire, collection, troupe, série, suite, assortiment, garniture, jeuprocedimento, vestito, setمَجْمُوعَةsadasætσετjuegosettisetひとそろい한 벌settzestawconjuntoнаборset, Angeชุดtakımbộ一套, 设置設置 (stɛl)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud -len1. bij elkaar horende dingen
ensemble mannelijk jeu mannelijk op pad gaan met een rugzak en één stel extra kleren partir avec un sac à dos et un seul jeu de vêtements de rechange peper-en-zoutstel salière poivrière 2. twee bij elkaar horende personen
couple mannelijk Zij zijn sinds de vakantie een stel. Ils forment un couple depuis les vacances. 3. niet al te groot aantal petite bande vrouwelijk met een stel vriendinnen gaan kamperen faire du camping avec une peitite bande de copines
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.