start
départبَدْءzačátekstartBeginnεκκίνησηstartcomienzoalkupočetakinizio開始시작startpoczątekcomeço, iniciarначалоstartการเริ่มbaşlangıçphần đầu开始התחלה (stɑrt)
zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud -s plaats waar of tijd dat iets begint départ mannelijk aan de start staan en wachten op het startschot être prêt à partir et attendre le signal du départ De start van het project is in januari. Le projet prendra son départ au mois de janvier.
te vroege start faux départ
beginnen démarrer / prendre le départ De sanering van de bodem kan van start gaan. L'assainissement du terrain peut démarrer.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Collins Multilingual Translator © HarperCollins Publishers 2009