overbrengen
angeben, aushändigen, befördern, berichten, einhändigen, herreichen, melden, rapportieren, referieren, überliefern, übertragentransport, convey, giveanaccount, hand, handover, move, pass, report, transfertransporter, rapporter, remuer, reporter, transmettre, véhiculer [voiture], basculer, transfusertransmitirtrasferimentoпередачаtransferênciaنقلtransferμεταφοράтрансферsiirto転送전송 (ˈovərbrɛŋə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd bracht over , voltooid deelwoord heeft overgebracht
1. (iemand of iets) verplaatsen transporter transférer een patiënt overbrengen naar een ander ziekenhuis transporter un malade à un autre hôpital een kaartsysteem overbrengen in een databestand transférer les données d'un fichier papier à un fichier électronique
2. (een mededeling of boodschap) duidelijk maken faire passer remettre de groeten overbrengen remettre son bonjour Zo'n ervaring is moeilijk over te brengen aan iemand die het niet heeft meegemaakt. Une telle expérience est difficile à faire passer à quelqu'un qui ne l'a pas vécue.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.