nagel

Thesaurus
Vertalingen

nagel

Nagel, Stift, Fingernagelnailclou, ongle, clou de girofle, griffe, marque de l'onglenaula, kynsiclavounghia, chiodogwóźdź, paznokiećunha, pregospik, naglarκαρφί, νύχιuñaظُفْرnehetneglnokti손톱neglноготьเล็บtırnakmóng指甲 (ˈnagəl)
zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud -s
1. anatomie hard deel aan de bovenkant van je vingers en tenen je nagels knippen
heel weinig geld hebben, arm zijn
2. spijker
iemand moeilijkheden/last bezorgen
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.