koud
cold, chilly, frigid, bleakfroid, à peine, avoir froidkalt, frierenfríofrio, ter frio冷, 冷的fresco, frigido, freddoبَارِد, بارِدchladný, zimafryse, koldκρύοςkylmähladan寒い추운kaldzimny, zmarzniętyзамерзнувший, холодныйkallเย็น, หนาวsoğuk, üşümeklạnhקר (kɑut)
bijvoeglijk naamwoord 1. warm met een lage temperatuur
froid/froide De soep is koud geworden. Le potage s'est refroidi. Ik krijg het koud in deze onverwarmde kamer. Je commence à avoir froid dans cette pièce sans chauffage. (iemand) vermoorden
refroidir/rectifier 2. als iets of iemand een onvriendelijke of onaangename indruk maakt
froid/froide koud licht une lumière froide Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Collins Multilingual Translator © HarperCollins Publishers 2009