erg

Thesaurus
Vertalingen

erg

(ɛrx)
bijvoeglijk naamwoord
1. vervelend Wat erg dat je broer een ongeluk heeft gehad. in het ergste geval zich op het ergste voorbereiden
2. heel veel, zeer erge keelpijn hebben

erg

(ɛrx)
bijwoord
zeer, in grote mate erg aardig zich erg bezeren

erg

sehr, arg, bedeutend, bedeutsam, beträchtlich, erheblich, ernst, wichtigvery, important, quite, serious, verymuchtrès, grave, bien, considérable, fort, majeur, tout, important, beaucoup, mal, mauvais, cruellement, tropimportante, rilevante, vistoso, moltoجِدّاًvelmimegetπολύmuyerittäinvrlo非常に대단히sværtbardzomuitoоченьmycketอย่างมากçokrất, 非常много非常מאוד (ɛrx)
zelfstandig naamwoord onzijdig
iets niet merken
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Collins Multilingual Translator © HarperCollins Publishers 2009
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.