buik
Bauch, Unterleib, Bäuchleinbelly, tummy, abdomen, stomachventre, abdomen, bedaine, panse, buffet, tirelirebarriga, vientre, abdomen, bandullo, guatabarrigapancia, rumineبَطْنbřichomaveκοιλιά, κοιλίτσαmahatrbuhおなか, 腹部배magebrzuch, brzuszekживот, животикmageท้องgöbek, karınbụng, dạ dày腹部, 肚子腹部 (bœyk)
zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud -ken lichaamsdeel onder de borst
ventre (vɑ~tʀ) mannelijk een dikke buik van veel bier drinken un gros ventre dû aux quantités de bière er helemaal genoeg van hebben; het niet meer willen
en avoir plein le dos Ik heb mijn buik vol van zijn mooie praatjes. J'en ai marre de ses propos enjôleurs. Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.