bloed
Blutbloodsangαίμαsangresanguesangueدَمkrevblodverikrv血피blodkrewкровьblodเลือดkanmáu血液кръвדם (blut)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud rode vloeistof die door je lichaam stroomt
sang (sɑ~) mannelijk Zonder bloed kun je niet leven. Sans le sang la vie est impossible. iemand door je gedrag heel erg boos maken
pousser quelqu'un à bout boosheid opwekken bij
susciter le mécontentement de De prijsverhoging zet kwaad bloed bij de bevolking. L'augmentation des prix mécontente la population. daar worden anderen boos va
cela provoque la colère weloverwogen, kalm en rustig
de sang-froid nieuwe mensen
du sang neuf/frais Het bestuur heeft nieuw bloed nodig. Le bureau permanent a besoin d'un apport de sang neuf. Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Collins Multilingual Translator © HarperCollins Publishers 2009