bed
Bett, Beet, Bettstellebedlit, planche, couche, plate-bande, plate‐bande, plate‐forme, plate-formeκρεβάτιcamalettoسَريرpostelsengvuodekrevetベッド침대sengłóżkocamaкроватьsängเตียงนอนyatakgiường床 (bɛt)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud -den1. meubel om in te slapen
lit (li) mannelijk het bed opmaken faire le lit het bed afhalen défaire le lit naar bed gaan aller au lit iemand naar bed brengen coucher quelqu'un in bed liggen être au lit op bed liggen être (couché) sur son lit seks met iemand hebben
coucher avec quelqu'un zijn toekomst is verzekerd
Son avenir est assuré. goed kunnen vrijen
être un bon amant / une bonne amante iemand 's nachts arresteren
arrêter quelqu'un chez lui en pleine nuit steeds aan iets moeten denken
ne pas cesser de penser à quelque chose 2. apart stukje in een tuin waar (bloeiende) planten groeien parterre (paʀtɛʀ) mannelijk een bedje violen un parterre de violettes
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Collins Multilingual Translator © HarperCollins Publishers 2009