aanbranden
anbrennenburn, stick to the panattacheraccendere, ardere, bruciare, pungere, ustione (ˈambrɑndə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd brandde aan , voltooid deelwoord is aangebrand
1. (van voedsel) aan de pan kleven en zwart worden attacher (ataʃe) De aardappels zijn drooggekookt en vervolgens aangebrand. Les pommes de terre se sont trouvées sans eau et ont attaché.
2. snel boos zijn être soupe au lait
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.