aanbieden
anbieten, aufführen, bieten, darstellen, präsentieren, vorstellen, empfehlenoffer, bid, makeanofferof, presentwith, occur, tender, propose, sacrificeproposer, offrir, présenterofreceroffrire, sacrificare, sacrificioيُقَدِّمُnabízettilbydeπροσφέρωtarjotaponuditi提供する제공하다tilbyzaoferowaćoferecerпредлагатьerbjudaเสนอเพื่อให้พิจารณาteklif etmekđề nghị给 (ˈambidə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd bood aan , voltooid deelwoord heeft aangeboden
1. geven zonder iets terug te vragen offrir (ɔfʀiʀ) gesproken payer (peje) iemand een drankje aanbieden payer un verre à quelqu'un
2. tegen betaling geven proposer (pʀɔpoze) aan de toeristen een boottocht door de grachten aanbieden proposer aux touristes un tour en bateau des canaux je huis te koop aanbieden mettre en vente sa maison
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.