meebrengen
mitbringen, mitnehmenbringalong, takealongassembler, rassembler, amener, apporter, rapporter, emmenertraerportaretrazerpřinéstbringeלהביא ('mebrɛŋə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd bracht mee , voltooid deelwoord heeft meegebracht
1. bij je hebben als je komt
apporter iets lekkers meebrengen voor bij de koffie apporter une friandise pour le café 2. als gevolg hebben, de oorzaak zijn van
entraîner/provoquer het uitstel brengt hogere kosten met zich mee le retard entraîne des frais plus élevés Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.