joelen
schreienshout, cryout, screamcriergritaresclamare, gridare, grido (ˈjulə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd joelde , voltooid deelwoord heeft gejoeld
hard schreeuwen
crier Na dat fantastische doelpunt begonnen de supporters te joelen. Après ce but fantastique, les supporters ont commencé à crier. Voor het huis van de burgemeester stond een joelende menigte van ontevreden inwoners. Devant la maison du maire, il y avait une foule d'habitants mécontents qui criaient. Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.