ruisen
(doorverwezen van heeft geruist)Vertalingen
ruisen
murmeln, murren, rauschenrustle, swish, murmur, muttermurmurer, sussurer, faire un bruit léger, froisser [vêtements], bruire, chuchotercrepitìo, rubare (ˈrœysə(n))werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd ruiste , voltooid deelwoord heeft geruist
een zacht geluid maken dat niet ophoudt De wind ruist in de bomen. een ruisende beek