draad
Thesaurus
draad:
garenVertalingen
draad
Draht, Faden, Garn, Senkel, Zwirnthread, wire, string, wormfil, filet [vis], ficellefilo, cavo, fil di ferroخَيْطnittrådκλωστήhilo, alambrelankakonac糸실hyssingnitkafioнитьtrådด้ายipliksợi线 (drat)zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud draden
1. lang dun touwtje of kabeltje een draad door de naald steken om een knoop aan te zetten elektriciteitsdraad
helemaal versleten
helemaal versleten
2. niet meer weten hoe het verder moet