afschepen met
Vertalingen
afschepen met
(ˈɑfsxepə(n) mɛt)werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd scheepte af met , voltooid deelwoord heeft afgescheept met
(iemand) wegsturen met iets dat voor hem weinig waarde heeft Laat je niet afschepen met een te lage schadevergoeding!