zich

Thesaurus
Vertalingen

zich

sichse, si, lui, usurperabsent, acquit, bed, butt in, dissociate, don, epitomize, fluff, get along, habit, kowtow, meddle, occur, punt, put one's foot in one's mouth, query, resolve, wryEsèéjestείναιеjeeronהואär (zɪx)
voornaamwoord
<woord waarmee je naar een andere, al genoemde persoon verwijst> Hij heeft zich vergist. Mensen laten zich het gemakkelijkst overtuigen door oudere, blanke mannen met een bril.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.