wereld
Weltworld, realmmonde, terre, universmundoмир世界mondoعَالَمsvětverdenκόσμοςmundomaailmasvijet世界세계verdenświatvärldโลกdünyathế giớiСвят世界העולם ('werəlt)
zelfstandig naamwoord meervoud -en1. aardrijkskunde de aarde of het heelal
monde mannelijk wereldkaart carte du globe wereldmacht puissance mondiale Er wonen 6 miljard mensen op de wereld. 6 milliards d'êtres humains peuplent le monde. in de wereld
au/du monde de langste brug ter wereld le pont le plus long du monde doden of kapotmaken
doden expédier dans l'autre monde kapotmaken abîmer Iedereen die protesteert tegen het regime, wordt naar de andere wereld geholpen. Tout ceux qui protestent contre le régime sont expédiés dans l'autre monde. een einde maken aan iets
mettre fin à Na het gesprek was het misverstand uit de wereld geholpen. L'entretien a mis fin au malentendu. 2. mensen, dieren of zaken die een geheel vormen
monde mannelijk de wereld van de mode le monde de la mode dierenwereld monde des animaux filmwereld monde du cinéma iedereen
le monde entier de arme landen
le tiers-monde <dit zeg je als je iets interessants ontdekt>
Un monde nouveau s'ouvre à moi. Op het conservatorium ging een wereld voor haar open. Au conservatoire de musique un monde nouveau s'est ouvert à elle. <dit zeg je van twee situaties, culturen enz. die heel erg van elkaar verschillen>
une différence colossale/abyssale Met of zonder versnellingen is een wereld van verschil. Il y a un monde entre présence ou absence de vitesses. Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.