vooruitzicht
Aussicht, Fernsicht, Perspektiveperspective, prospect, viewperspective, prévisionprevisãoperspectivaprospettivaперспективаπροοπτικήперспектива展望展望vyhlídkaudsigten전망 (vor'œytsɪxt)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud -en beeld van de toekomst
perspective vrouwelijk De vooruitzichten zijn somber. Les perspectives sont sombres als toekomstbeeld, als verwachting
en perspective met de vakantie in het vooruitzicht avec les vacances en perspective iets beloven of als waarschijnlijk voorstellen
promettre / faire miroiter quelque chose De club heeft de spelers een premie in het vooruitzicht gesteld. Le club a fait miroiter une prime aux joueurs. iemand een loonsverhoging in het vooruitzicht stellen faire miroiter à quelqu'un une augmentation Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.