voordelig
ergiebig, ersprießlich, förderlich, zuträglichadvantageous, cheaply, credit, surplusavantageux, avantageusement, interéssant, avantageux/-euse, fructueux, intéressant, juteux (vor'deləx)
bijvoeglijk naamwoord 1. nadeligonvoordelig gunstig avantageux/-euse favorable De maatregel is voordelig voor het milieu. Cette mesure est favorable à l'environnement.
zo gekleed en/of opgemaakt zijn dat je op je mooist bent paraître / se montrer tout à fait à son avantage
2. onvoordeligduur met een gunstige prijs, gelet op de kwaliteit avantageux/-euse bon marché Die schoenen zijn echt voordelig! Ces souliers sont vraiment bon marché!
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.