voldoende
(vɔl'dundə)
de, o meervoud -s, -nonvoldoende cijfer (2) dat je moet halen om te slagen voor een test
note vrouwelijk acceptable note vrouwelijk suffisante
voldoende
genügend, auskömmlich, ziemlich, zulänglich, genugenough, sufficient, plentyof, satisfysuffisant, assez, suffisamment, passablement, plutôtabbastanza, sufficienteكافٍdostnokαρκετόςsuficiente, bastantetarpeeksidovoljan十分な충분한nokwystarczającysuficienteдостаточныйtillräckligพอเพียงyeterliđủ充足的достатъчноדי (vɔl'dundə)
bijvoeglijk naamwoord onvoldoende zoveel, zo goed enz. als nodig is
suffisant/-ante Er is voldoende bewijs om hem op te sluiten. Il y a suffisamment de preuves pour l'emprisonner. We hebben je voldoende gewaarschuwd. Nous t'avons suffisamment prévenu. Het is niet voldoende dat je het snapt, je moet het ook kunnen toepassen. Il ne suffit pas de le comprendre, il faut également être capable de le mettre en pratique. Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.