vest
(vɛst)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud -en1. kledingstuk voor het bovenlichaam met mouwen en aan de voorkant een rits of knopen
cardigan mannelijk gilet mannelijk cache-coeur mannelijk een warm, wollen vest un cardigan de laine bien chaud 2. kledingstuk zonder mouwen, voor onder een pak, vaak met knopen aan de voorkant
gilet mannelijk Omdat hij geen schoon overhemd meer had, trok hij een vest aan. Il a mis un gilet puisqu'il ne lui restait plus de chemise prope. kledingstuk dat tegen kogels beschermt
un gilet pare-balles kledingstuk met lucht of kurk gevuld waarmee je blijft drijven
gilet de sauvatage
vest
Weste, Strickjacke, Unterhemdwaistcoat, vest, cardigan, undershirtgilet, cardigan, débardeurسُتْرَةٌ صُوفِيَّة, صَدْرِيَّة, قَمِيصٌ تـَحْتِيّsvetr, tílko, vestacardigan, vestγιλέκο, ζακέτα κάρντιγκανcamiseta de tirantes, chaleco, chaqueta, chaqueta de puntoaluspaita, liivi, villatakkipotkošulja, prsluk, vestacanottiera, cardigan, giletウエストコート, カーディガン, 肌着(남자용) 속 셔츠, 조끼, 카디건kardigan, vestkamizelka, sweter rozpinanycamiseta, cardigan, casaco de malha, coleteжилет, кардиганkofta, undertröja, västเสื้อไหมพรมติดกระดุมหน้า, เสื้อกั๊กatlet, hırka, yelekáo gi-lê, áo len, áo lót开襟衫, 背心, 马甲 (vɛst)
zelfstandig naamwoord vrouwelijk meervoud -en colbert of korte jas
colbert veston veste vrouwelijk korte jasveste vrouwelijk een warme, leren vest une veste en cuir bien chaude Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.