vers
(vɛrs)
zelfstandig naamwoord onzijdig meervoud verzen1. regel van een gedicht
vers mannelijk een gedicht in tien verzen un poème de dix vers 2. deel van een gedicht of lied
strophe vrouwelijk couplet mannelijk dat is minder belangrijk en komt pas later aan de orde
On verra après. 3. kort gedicht
vers mannelijk poème mannelijk een versje opzeggen réciter un poème de cicrconstance kinderversjes poèmes d'enfants 4. religie zin in een hoofdstuk van de Bijbel
verset mannelijk Genesis 4, vers 1-16 livre de la Genèse (chapitre) 4, versets 1 à 16
vers
frisch, Dichtung, Gedicht, neu, Poem, unberührt, Vers, Versstückfresh, poem, recent, verse, line, newfrais, poème, vers, frais/fraîche, couplet, fraîchement, nouveau/nouvel/nouvelle, nouvellement, récemment, récent, verset [bible], chaud, versetfresconovellino, frescoطَازِج, طازِجčerstvýfriskφρέσκοςtuoresvjež新鮮な신선한ferskświeżyfrescoсвежийfärskใหม่, สดtazetươi新的, 新鲜的, 新鲜新鮮טרי (vɛrs)
bijvoeglijk naamwoord 1. oud kortgeleden geschikt gemaakt om op te eten, bijvoorbeeld geplukt, geslacht of gebakken
frais/fraîche verse broodjes petits pains frais verse vis arrivage journalier de poissons heel erg vers
tout frais 2. net gebeurd, gevormd, ontstaan récent/-ente Die gebeurtenis ligt me nog vers in het geheugen. Cet évènement est dans encore ma mémoire comme si c'était hier.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Collins Multilingual Translator © HarperCollins Publishers 2009