tot
(tɔt)
voorzetsel 1. niet verder dan jusqu'à jusque tot de deur jusqu'à la porte
2. niet langer dan
jusqu'à jusque tot de zomervakantie jusqu'aux vacances d'été een baan van negen tot vijf un horaire de travail de neuf à dix-sept heures <woorden waarmee je van iemand afscheid neemt als je verwacht hem of haar terug te zien>
au revoir! tot vandaag
jusqu'à aujourd'hui op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
de lundi jusque vendredi y compris op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
de lundi jusque vendredi y compris 3. in de richting van en direction de vers à zich richten tot iemand s'adresser à quelqu'un
4. <zonder eigen betekenis, in uitdrukkingen> <pas de sens précis>
heel precies au centime près
iemand chef maken nommer quelqu'un chef
tot
bis, an, in, nach, um, zuuntil, on, till, to, toward, towards, at, by, upon, able, belong, up to, as, likeà, jusqu'à, de, en, jusqu'à ce que, vers, comme, jusque, à/au (à+le)/aux (à+les), jusque, jusqu'à, envers, pour, jusqu’àcome, quite, finché, fino aإِلَى أَنْ, حَتَّىdo, dokud, teprvefør, indtil, tilέως, έως ότου, μέχριhasta, hasta queasti, ennen kuin, kunnes, saakkado, dok･･･する時まで, ･･･まで...까지, ~까지(helt) til, inntildo, aż, aż doaté, até queдо, покаtill, tillsจนกระทั่ง, จนกว่า, จนกว่า จนกระทั่งe kadar, kadarcho đến, cho đến khi, cho tới khi到...为止, 直到 (tɔt)
voegwoord niet langer dan jusqu'à ce que + subjonctif jusqu'au moment où werken tot je klaar bent continuer à travailler jusqu'à ce qu'on ait terminé
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.