terugkomen
return, comeback, come backrevenirيَعُودُvrátit sekomme tilbagezurückkommenεπιστρέφωvolverpalatavratiti seritornare戻ってくる돌아오다komme tilbakewrócićvoltarвозвращатьсяkomma tillbakaกลับมาgeri gelmektrở về回来 (təˈrʏxkomə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd kwam terug , voltooid deelwoord is teruggekomen
1. weer komen op de plek waar je vandaan bent gekomen
revenir thuis rentrer We gaan 19 juli op vakantie en komen over drie weken terug. Nous partons en vacances le 19 juillet et nous rentrerons dans trois semaines. bij nader inzien een idee toch niet zo goed vinden
revenir sur une idée 2. opnieuw gebeuren revenir réapparaître Ondanks de chemokuur is de kanker toch teruggekomen. Malgré la chimio le cancer est réapparu / a récidivé.
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.