tekeergaan
démener: se démener (təˈkerxa(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd ging tekeer , voltooid deelwoord is tekeergegaan
veel lawaai maken
faire beaucoup de bruit de storm ging tekeer la tempête a fait rage / s'est déchaînée schelden en schreeuwen tegen iemand
tempêter/fulminer contre quelqu'un Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.