stranden
strand, abort, fail, miscarry, beach(s')échouer, tomber en panneplayassträndespiaggeпляжиpraiasالشواطئplażeπαραλίεςплажове海滩海灘plážestranderannatחופיםビーチ해변stränder (ˈstrɑndə(n))
werkwoord enkelvoud onvoltooid verleden tijd strandde , voltooid deelwoord is gestrand
1. (van schepen) onbedoeld op land terechtkomen en vastzitten (s')échouer Het schip is door de storm van zijn ankers geslagen en bij Den Helder gestrand. Le navire a dérapé à cause de la tempête et s'est échoué près de Den Helder.
2. (van reizigers) onbedoeld niet verder kunnen en ergens moeten blijven être bloqué Door de sneeuw reden er geen treinen meer en zijn duizenden reizigers gestrand. À cause de la neige la circulation des trains était interrompue et des miliers de voyageurs sont restés bloqués.
3. mislukken
faire un flop De eerste poging om het paard te bevrijden is gestrand. La première tentative pour désincarcérer le cheval a échoué. Ons huwelijk is gestrand. Notre couple n'a pas tenu. Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.