stofferen

Vertalingen

stofferen

besetzen, einfassen, garnieren, verzierenfitout, garnish, trimgarnir, meubler, tapisser (stɔˈferə(n))
werkwoord
enkelvoud onvoltooid verleden tijd stoffeerde , voltooid deelwoord heeft gestoffeerd
1. (een meubel) met stof (1,1) bekleden je bank opnieuw laten stofferen
2. (een huis) inrichten met dingen van stof (1,1) om het bewoonbaar te maken een volledig gestoffeerd en gemeubileerd huis
Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.
Copyright © 2003-2025 Farlex, Inc Disclaimer
Alle inhoud van deze website, met inbegrip van woordenboeken, thesauri, literatuur, geografie, en andere referentie-gegevens is alleen voor informatieve doeleinden. Deze informatie moet niet worden beschouwd als volledig, up-to-date, en is niet bedoeld om gebruikt te worden in plaats van een bezoek, raadpleging, of adviezen van juridische, medische, of een andere professioneel.