sterkte
Befestigung, Blockhaus, Festung, Fort, Gewalt, Kraft, Menge, Quantität, Quantum, Stärkestrength, fortification, quantity, force, vigourforce, puissance, quantité, vigueur, courage, énergie, solidité, effectif, intensité, robustessequantitàfuerza (ˈstɛrktə)
zelfstandig naamwoord vrouwelijk meervoud -n, -s1. mate waarin iets krachtig of hevig is
force vrouwelijk de sterkte van de dijken controleren vérifier la solidité des digues 2. < je zegt dit als iemand iets moeilijks moet doen of problemen heeft>
courage mannelijk Beterschap en sterkte. (Je vous souhaite) une meilleure santé et bon courage. iemand sterkte wensen souhaiter bon courage à quelqu'un Kernerman English Multilingual Dictionary © 2006-2013 K Dictionaries Ltd.